Vermogensbelasting is iets waar je niet omheen kunt als je spaart, belegt of anderszins vermogen hebt. In 2025 gelden in Nederland nieuwe regels en opties rond hoe deze belasting, vooral in box 3, wordt berekend. Het wordt interessanter voor wie weinig rendement behaalt, en het kabinet werkt aan verandering.
In Nederland betaal je geen belasting over je vermogen zelf, maar over een rendement dat je in theorie met dat vermogen zou kunnen maken. Dat rendement heet het fictief rendement. Je vermogen wordt verdeeld in spaargeld, overige bezittingen (zoals beleggingen, tweede woningen, crypto) en schulden. Over dat fictieve rendement betaal je in 2025 36 % belasting.
Voor de berekening gelden percentages per categorie: spaargeld wordt belast met een fictief rendement van 1,44 %, overige bezittingen met 5,88 % en schulden met 2,62 %. Van de schulden mag je alleen het deel boven een bepaalde drempel aftrekken.
Daarnaast is er een heffingsvrij vermogen: het bedrag van je vermogen dat je hebt zonder dat je daarover vermogensbelasting betaalt. In 2025 is dat € 57.684 voor één persoon. Heb je een fiscale partner, dan geldt samen € 115.368.
Niet iedereen betaalt in 2025 automatisch volgens fictief rendement. Er is een tegenbewijsregeling ingesteld. Dat betekent dat je kunt aantonen dat je werkelijk rendement lager is dan het fictieve rendement. Als dat lukt, betaal je op basis van wat je echt hebt verdiend of verloren.
Zo’n regeling is van belang voor spaarders, want de rente is vaak laag. Het werkt zo: je vult een formulier in genaamd Opgaaf werkelijk rendement. Daarmee bewijs je de cijfers. Als de cijfers aantonen dat je fictieve rendement te hoog was, leidt dat tot vermindering van de belasting.
Het kabinet wil het huidige stelsel met fictieve rendementen vervangen door een nieuw stelsel dat grotendeels gebaseerd is op werkelijk rendement. Volgens het wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3, dat in mei 2025 aan de Tweede Kamer is aangeboden, wordt belasting geheven over wat je echt hebt verdiend met je vermogen. Directe inkomsten zoals rente, huur of dividend tellen mee, en ook indirect rendement, zoals waardestijging van aandelen of vastgoed. Voor bepaalde onderdelen zoals vastgoed en startende ondernemingen komt er wellicht vermogenswinstbelasting.
Vanaf 2028 moeten de administratieve lasten voor belastingplichtigen beheersbaar blijven, hoewel het bewijzen van werkelijk rendement meer gegevens vereist. Voor miljoenen Nederlanders wordt de aangifte zoveel mogelijk vooraf ingevuld met data van Nederlandse financiële instellingen.
Een aantal dingen blijven zoals ze zijn in 2025: het 36 % tarief blijft gelden, je hebt nog steeds een heffingsvrij vermogen, fictieve rendementspercentages blijven gehanteerd worden voor de meeste gevallen. Maar door de tegenbewijsregeling kun je voor belasting over vermogen besparingen hebben als je echte rendement lager uitvalt. En verder wordt in de volgende jaren verwacht dat de fictieve percentages aangepast worden, en dat de vrijstelling verandert.
De huidige situatie is minder gunstig voor spaarders dan voor wie in hoge risico’s belegt, als het fictieve rendement geen verhouding houdt met wat je werkelijk krijgt. Spaargeld heeft vaak weinig rendement, terwijl beleggingen méér opleveren, soms ook verliezen opleveren. Bij fictief rendement betaal je belasting alsof je steady winst maakt, ook al is dat niet zo. De tegenbewijsmogelijkheid helpt daar iets aan te doen.
Wie veel vermogen in spaargeld heeft, moet goed in de gaten houden of hij/zij baat heeft bij de werkelijk rendement-optie. Bij hogere kosten of verliezen kan die route aantrekkelijker zijn.
Let op de peildatum: voor box 3 geldt 1 januari 2025 als datum voor het vaststellen van je bezittingen en schulden. Denk eraan of je schulden hebt boven de drempel, want dat scheelt in de aftrek. Houd ook bij of je fiscale partner hebt, want dan is de vrijstelling hoger.
Je moet ook goed kijken naar welke bezittingen mee-tellen: spaargeld, beleggingen, tweede woning etc. Primaire woning, auto, inboedel en pensioen vallen meestal buiten box 3.
De situatie rond vermogensbelasting in 2025 laat zien dat het oude model met fictief rendement geleidelijk wordt vervangen. De tegenbewijsregeling biedt meer flexibiliteit, en vanaf 2028 wordt het nieuwe werkelijk rendement-stelsel ingevoerd. Voor jou betekent dat je moet weten welk rendement je ongeveer hebt, je administratie netjes moet houden, en tijdig bekijken of je onder de vrijstelling blijft of beter kiest voor de werkelijke cijfers. Dat maakt dat vermogensbelasting minder een ver-van-m’n-bed-show is, en meer iets waar je zelf invloed op hebt.